Terug naar de basis van 4 mei
Waarom lijken de emoties zo vlak voor de 4 mei-herdenking zo hoog op te lopen?
Trouw Opinie, 9 mei
De geschiedenis van de 4e mei-herdenking is er een van horten en stoten, van stilte en van protest en je kunt wel zeggen dat er nog steeds mee geworsteld wordt. Was het een staatszaak of vooral een zaak van het particulier initiatief? Er hebben kleine en grote veranderingen plaatsgevonden in het herdenkingsbeleid en in het ceremonieel; de plaats van militairen en veteranen, de volgorde van de kranslegging en wie er bij het monument mocht staan. Dan heb ik het over de Nationale Herdenking, die al sinds jaren plaats vindt op de Dam van de hoofdstad van het land. Daarnaast vinden er nog honderden plaatselijke bijeenkomsten plaats, die van plaats tot plaats kunnen verschillen.
Het belangrijkste discussiepunt is niet geweest hoe wij herdenken, maar wie wij herdenken en daar werd zelfs op regeringsniveau over gediscussieerd. De eerste jaren na de oorlog waren nog het eenvoudigst; de Nederlanders die tijdens de Tweede Wereldoorlog hun leven hadden verloren, werden herdacht. Dat sloot vanzelfsprekend ‘gewone’ slachtoffers uit (zoals verkeersslachtoffers), maar ook die Nederlanders die zich aan de kant van de vijand hadden geschaard en omgekomen waren. Er was geen goed-fout discussie, het was gewoon zo.  […] Nu herdenken wij ‘de Nederlandse oorlogsslachtoffers van Duitse en Japanse oorlogshandelingen en de Nederlandse oorlogsslachtoffers van oorlogen en vredesoperaties sindsdien’ .
Deze omschrijving laat nog tal van vragen open, want zou er geen enkele Nederlander door Italiaanse oorlogshandelingen om het leven zijn gekomen? En een Nederlandse SS’er is toch ook een oorlogsslachtoffer of toch eigenlijk niet? Maar er is natuurlijk meer aan de hand dan taalkloverij. De laatste decennia is slachtofferschap een steeds grotere plaats gaan innemen in onze samenleving en met betrekking tot de herinnering aan de bezetting is het slachtoffer de dader (en ook de held) gaan verdringen.
Daarnaast is er in toenemende mate nadruk op grijstinten in de oorlogsgeschiedenis, die soms zo ver gaat dat er geen goed of fout meer overblijft, maar slechts grijs. Dan is het niet gek dat sommige kinderen van NSB’ers hun omgekomen vader willen mee-herdenken of hun naoorlogse ervaringen (op school gepest als NSB-kind) op één lijn willen zetten met ècht oorlogsleed. En dan is het ook niet gek dat het Nationale 4 en 5 mei Comité een gedicht op de Dam wil laten voorlezen, waarvan duidelijk was dat er heibel zou uitbreken. Het Comité had wat beter op de titel van hun recent uitgekomen jubileumboek kunnen letten: Breekbare dagen.
Om dit nu in de toekomst te voorkomen stel ik voor het komende jaar op nationaal niveau een aantal stevige discussies te voeren over wie en wat we in de toekomst gaan herdenken. Niet wachten tot april volgend jaar, maar zo snel mogelijk. Mijn (discussie)voorstel is een terugkeer naar de basis, waarbij wij ‘de Nederlandse oorlogsslachtoffers van Duitse en Japanse oorlogshandelingen’ herdenken. De na augustus 1945 omgekomen militairen kunnen op een waardige wijze tijdens de Nationale Veteranendag worden herdacht.