E-humanities: een zegen voor de wetenschap en voor de mensheid?
David Barnouw klom in de pen naar aanleiding van de plannen van de KNAW om te komen tot een Humanities Cluster in Amsterdam. E-humanities, of digital humanities, spelen een belangrijke rol in de plannen.
Hij waarschuwt tegen een te grote nadruk op de e-humanities. Door fans van de e-humanities wordt vaak verwezen naar het Republic of Letters project van Stanford University. Het is een bijzonder project, waar men vele tienduizenden brieven van intellectuelen tussen 1400 en 1800 heeft gebruikt. Een mooi voorbeeld is Benjamin Franklin, die zo’n 15.000 brieven heeft geschreven en ontvangen.
Het moge duidelijk zijn dat zonder digitalisering van deze brieven het duizenden mensuren zou kosten om ze te lezen, laat staan ze te analyseren. Schrijver en plaats, ontvanger en plaats en de datum zijn de metadata die gebruikt zijn om de correspondentie te visualiseren. Dat is letterlijk gedaan met landkaarten waar talloze lijnen de correspondentie verbeelden en waar je kunt zien waar de meeste brieven vandaan kwamen en waar ze terechtkomen. Je kunt een naam en een datum invullen en voila, je ziet wie wanneer aan wie schreef.
En zo kun je zien dat Voltaire maar weinig brieven naar Engeland schreef; een feit dat bij Voltaire-kenners natuurlijk allang bekend is. Zonder een inhoudelijke analyse van al de brieven kom je ook niet veel verder dan te constateren dat ze bijvoorbeeld in Parijs erg veel schreven en minder in Amsterdam. En dat heet dan e-humanities. ‘Letters — actual ink on paper — were the Internet of the 18th century’s Enlightenment period,’ zeggen ze in Stanford en dat klopt natuurlijk wel; internet met al zijn voor- en nadelen.